Wereldwijd is er groeiend besef en wetenschappelijk bewijs van de voordelen, zogenoemde ecosysteemdiensten, die stedelijk groen opleveren. Dit groen omvat bomen en bossen, parken en tuinen, en “levende groene” daken en bodembedekkers. Ecosysteemdiensten geleverd door stedelijk groene gebieden dragen bij aan het menselijk welzijn door:
Suriname telt iets meer dan een half miljoen inwoners, waarvan meer dan de helft in de hoofdstad Paramaribo en omstreken woont. Met name in Paramaribo is een ontbrekend groen beleid voelbaar door een gebrek aan openbare recreatie ruimtes en omdat er met de modernisatie steeds meer asfalt en beton bijkomt welke meer warmte vasthouden. De laatste decennia kent Paramaribo ongecontroleerde urbane uitbreiding. Waar er vroeger bomen werden geplant in de hoofdstraten, moeten bomen, ‘stedelijke bossen’ en andere vegetatie in recente jaren steeds vaker ruimte maken voor woon- of infrastructurele projecten. Daar bovenop voorspellen klimaat prognoses (2012) voor Suriname voor de komende 10 jaren een gemiddelde temperatuurstijging van 0,3 – 1,3°C.
Door uitgebleven operationalisering van de Planwet (1973) en implementatie van de Stedenbouwkundige wet (1972) is er geen structurele benadering voor de inrichting en ontwikkeling van stedelijke gebieden en onvoldoende aandacht voor de rol van groen voor een leefbaarder Paramaribo. Definities voor ‘groenvoorzieningen’, zijn vaak te breed om ervoor zorg te dragen dat er bomen blijven staan in een bepaald gebied. Er wordt onvoldoende gekeken hoe bestaand groen meegenomen kan worden in de inrichting van een gebied.
Het wetenschappelijk bewijs voor de rol van stedelijk groen is vooral afkomstig van studies verricht in steden in subtropische- of gematigde klimaten. Er is nog veel ruimte voor onderwijs en onderzoek over de rol van groen in tropische steden in lage-inkomenslanden wereldwijd, rekening houdend met verschillen in cultuur, demografie, economische ontwikkeling en leefstijl. Uit de literatuur blijkt dat het “urban heat island effect” (het temperatuurverschil tussen urbane en nabijgelegen rurale gebieden) zich op specifieke wijze in tropische steden kan profileren. De droge en natte seizoenen in de tropen kunnen er voor zorgen dat de lucht- en oppervlakte temperatuur geen constante relatie hebben. Kennis ontbreekt ook over het effect van plantensoorten, en de verkoelende effecten door schaduw ten opzichte van vochtigheid. We weten dus dat er een “cooling effect” door stedelijk groen is, maar nog niet precies hoeveel en waardoor in de tropen. Ook over talrijke andere ecosysteemdiensten die stedelijk groen levert in tropische steden is de kennis beperkt. Steden in de tropen verschillen in veel gevallen niet alleen in klimaat en ecologie, maar ook elementen zoals demografie, economische ontwikkeling en lifestyle, zijn anders. Dit heeft een effect op de vraag naar ecosysteemdiensten van de inwoners maar ook op de beheeropties van stedelijk groen. Doordat er zeer beperkte kennis over ecosysteemdiensten in tropische steden is, kunnen Paramaribo en andere steden in de regio niet goed voortbouwen op soortgelijke bevindingen.